Print deze pagina

Begraafplaats Ysselsteyn

De Duitse begraafplaats Ysselsteyn

[For an English version, see below]

Net op de grens van Noord-Brabant en Noord-Limburg, ligt aan de Limburgse zijde, vlakbij Venray, verscholen in de bosrijke omgeving van de Peel, de begraafplaats voor Duitse gevallenen uit de Tweede Wereldoorlog. Vrijwel alle Duitse militairen die in Nederland vielen gedurende de eerste oorlogsjaren, inclusief de meidagen van 1940, vonden in Ysselsteyn na de oorlog een laatste rustplaats.

De naam van de begraafplaats (en de gemeente) wordt overigens in diverse uitvoeringen gezien. Variaties als  IJsselstein, IJsselsteyn en Ysselsteyn komen regelmatig voor. De variatie IJsselstein is ronduit fout, omdat IJsselstein een plaats is bij Nieuwegein (Utrecht). IJsselsteijn is de moderne versie van Ysselsteyn, voortgekomen uit het in het verleden toegepaste gebruik van de Griekse Y voor de IJ combinatie.

Het ontstaan en de herkomst

Nederlandse oorlogsgraven liggen overal, verspreid door het hele land. Er zijn op de Grebbeberg, in Rotterdam en bij Loenen grote(re) erevelden, maar slachtoffers van de meidagen en ook de strijd nadien, liggen overal verspreid over honderden begraafplaatsen. Zodoende is er in Nederland geen sprake van een centrale plaats waar men eenvoudig het overzicht heeft van de hoeveelheid vaderlanders die met het hoogste offer voor de vrijheid betaalden. En wie grote erevelden bezocht, realiseert zich hoe groot die offers vaak waren.

Naoorlogs werd direct begonnen met het verzamelen van de talloze Duitse veldgraven en op begraafplaatsen ter aarde bestelde Duitse gesneuvelden in Nederland. Men wilde de Duitse graven liever niet meer op Nederlandse grond hebben en zocht en vond spoedig een stuk grond, vlakbij de Duitse grens, waar die Duitse gesneuvelden konden worden verzameld en geordend ter aarde besteld worden.

De vorming van het ereveld kreeg reed in 1946 gestalte. In oktober van dat jaar werden Duitse gesneuvelden opgegraven, des benodigd in stalen kisten gelegd, en herbegraven in IJsselsteijn.

In 1948 kreeg e.e.a. formeel haar beslag. De Nederlandse kapitein L.J. Timmermans werd de eerste beheerder. Opvallend, want hij was tijdens de oorlog een verzetstrijder, maar kon nadien het respect voor de voormalige vijand opbrengen om met ontzettend veel zorg en toewijding het grote ereveld voor de Duitse gesneuvelden op te bouwen en later te beheren. Hij deed dit tot in 1976. Hoe toegewijd hij in zijn werk was, en hoe dankbaar Duitsland zich voor die toewijding toonde, bleek toen Timmermans na zijn overlijden gecremeerd werd en zijn as over het ereveld te IJsselsteijn mocht worden uitgestrooid. Een duidelijke symboliek dat in de dood allen verenigd zijn.

Op IJsselsteijn liggen bijna 32,000 gesneuvelde Duitse militairen en een klein aantal Duitse staatsburgers. Het merendeel der militairen sneuvelde tijdens de oorlogsjaren in Nederland; een aantal burgers - vooral overleden Duitse evacuees (interneringskamp Vught) - overleed kort na de oorlog. Maar naast 85 slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, die vlakbij de ingang links zijn begraven, zijn er ook enkele duizenden slachtoffers van de strijd in België en zelfs Duitsland heen gebracht. Zo waren er circa 3,000 Duitse gesneuvelden van de grote – maar nauwelijks bekende – slag om het Hürtgenwald en van het veel beter bekende Ardennenoffensief bij Margraten begraven door de Amerikaanse oorlogsgravendienst. Zij werden ook naar IJsselsteijn overgebracht.

Van de circa 2,000 Duitse gesneuvelden als gevolg van de strijd in Nederland in mei 1940, ligt verreweg het grootste deel in IJsselsteijn. Hoewel er Duitse militairen werden gerepatrieerd, vooral die welke vielen in de grensregio, enkele hogere officieren of zij die na verwondingen in Duitse hospitalen overleden, zijn de meeste gevallenen uit mei 1940 uiteindelijk op IJsselsteijn terecht gekomen. Als wordt gekeken naar de Duitse gevallenen langs de Maaslinie en in Zuid-Limburg, dan geldt dat voor vermoedelijk voor zo'n 90% van hen. 

Een bijzonder opvallende exercitie is de identificatie geweest van gesneuvelden. Zo waren er maar liefst zo’n 8,000 Duitse gevallenen niet identificeerbaar, omdat zij in massagraven waren gelegd zonder duidelijk geadministreerde orde. Een jarenlange gezamenlijke inspanning tussen Duitse en Nederlandse gravendiensten leidde ertoe dat 7,330 van die slachtoffers geïdentificeerd zijn en dus met een benoemde steen zijn begraven.

Ook liggen op IJsselsteijn diverse militairen begraven die als Nederlander in Duitse krijgsdienst sneuvelden. Zelfs enige Nederlandse burgers die sneuvelden tijdens dienstverlening aan de Duitse bezetter, vonden op de begraafplaats een laatste rustplaats.

Van de bijna 32,000 Duitse oorlogsgraven zijn er circa 25,000 die de stoffelijke resten van militairen bevatten die op Nederlands grondgebied sneuvelden. Nog steeds worden militairen bijgezet, als tijdens opgravingen of anderszins stoffelijke resten van een Duitse militair worden aangetroffen.

Slechts enkele tientallen Duitse oorlogsslachtoffers rusten nog elders in Nederland. Op Schiermonnikoog (Vredenhof: 16 man), in Rotterdam (Crooswijk: 14 man), Vorden (Bronckhorst: 10 man), Weert (St Martinuskerkhof: 7 man) en Velsen-IJmuiden (Algemene Westerbegraafplaats: 6 man) liggen zij begraven.  

Locatie en uitstraling

Nederlandse en Geallieerde begraafplaatsen kunnen rekenen op een ruime mate van aandacht, niet alleen tijdens traditiedagen, maar ook op gewone dagen. Dat geldt niet voor het Duitse ereveld IJsselsteijn. En dat is best te begrijpen. Het stigma van ‘de vijand’ zal altijd blijven hangen boven het IJsselsteijnse ereveld. Desondanks zal iedere bezoeker – onwillekeurig het doel van zijn bezoek – ervaren dat eenmaal het ereveld betredende, men wordt getroffen door de soberheid en tegelijkertijd de prachtige natuurlijke entourage waarin 32,000 mensen liggen begraven. Het uitermate goed verzorgde ereveld is met bijzonder sobere donkere stenen niet het massamonument dat Geallieerde begraafplaatsen met hun wit glanzende stenen uitstralen. Maar het is wel een locatie waarbij een bezoeker stil staat bij de waanzin van oorlog, de offers die een oorlog eist en het besef dat oorlog iets is wat het meest absurde in de mens etaleert. Als een getal gaat leven, dan is het wel als men zich centraal op het Duitse ereveld opstelt en rondkijkt naar al die keurig opgelijnde kruizen.

Het ereveld is niet moeilijk te vinden. Het ligt vlakbij Venray, bij het dorpje IJsselsteijn, waar men in het centrum een afslag kan nemen naar de lange Timmermansweg – genoemd naar de Nederlandse beheerder die in 1995 overleed – welke men zo’n anderhalve kilometer moet volgen, om dan aan de linkerhand de parkeerplaats bij het ereveld te vinden. Overdag is de begraafplaats altijd geopend voor bezoekers. 

Het volledige adres is als volgt:

Duitse oorlogsbegraafplaats IJsselsteijn
Timmermansweg 75
5813 AM IJsselsteijn
Telefoon: 047 854 1262

ENGLISH VERSION

The German war cemetery Ysselsteyn

Almost right on the provincial border between Noord-Brabant and Limburg lays hidden in the woody Peel district – on the Limburg side near Venray – the only war cemetery for German casualties of World War II on Dutch soil. Virtually all German military personnel that was killed in action in the Netherlands has been given their final rest at IJsselsteijn, accompanied by a few thousand men that were killed during the dreadful Ardennes and Hürtgenwald battles that took place during the last months of the war.

Creation of the IJsselsteijn cemetery

Virtually immediately after the war ended in May 1945 the new authorities insisted on making inventory of local war graves all around the country, to which all local communities had to contribute. After the inventories had been collected and processed it was decided to allocate one particular burial field for the central collection of German KIA. It was considered practical to allocate foresaid field near the German border. That was not particularly done to facilitate visiting relatives from Germany, but mainly due to reasons of logistic nature. Most German war graves were found in the east and south-east of the Netherlands and locating the German cemetery in the southeast would also considerably shorten the logistic challenges for the around 3,000 KIA to be transported in from the Ardennes and Hürtgenwald battlefields.

The first years of the cemetery-history posed the burial and identification teams by far the most challenges. Around 8,000 German KIA were unidentified. Particularly during the last year of the war, when after September 1944 the Allied formations were continuously in battle with the German occupation of the Netherlands, the Allied care for German KIA had been one of neglect. But also on the German side the long war and its shear endless casualty demand had caused the German army to fall short as it came to casualty administration. As a direct result of both belligerents neglect many of the KIA that fell during the last months of the war were buried without proper identification. It caused the Dutch recovery teams to bear the burden of identifying a mere 8,000 German bodies. Eventually the identification specialists managed to identify around 7,350 of these German John Doe’s, which may be considered a remarkable achievement in the pre-DNA identification era.   

The first German casualties found their final rest on IJsselsteijn in 1946, whereas the official status of German field-of-honour was only formalized in 1948. As off that moment an official Dutch attendant was assigned to manage the burial operations and to take care of the preservation and maintenance of the cemetery. The Dutch army Captain L.J. Timmermans was the first attendant and would remain in that function until 1976. Peculiarly enough, Timmermans had not only fought the German invaders in May 1940, but he had also continued to fight them during the war as a member of the resistance. Nevertheless he considered his assignment honourable and would attend to his duties in such a diligent and respectful way, that after his death the German authorities sanctioned his last request to have his ashes dispersed over the terrain that he had kept so diligently through his life.

IJsselsteijn war cemetery contains the remains of almost 32,000 German KIA of WWII and about 85 of WWI. Of those mere 32,000 men around 25,000 had actually been killed on Dutch soil. Still, occasionally German remains are found during construction projects or aircraft recovery operations. The cemetery is used for the burial of these newly discovered German remains. As recent as May 2010 another batch of identified German KIA was buried in the IJsselsteijn soil and for the first time since WWII the burial went along with a modest military ceremony.

Scenery and location

War cemeteries all around Europe containing the remains of indigenous and Allied military usually breath the atmosphere of contemplation and respect. German cemeteries beyond Germany’s own soil tend to be reflections of the German defeat though. Modestly arranged, often poorly attended and particularly barely referred to in local guides or street pointers. The German cemetery in IJsselsteijn is probably one of few exceptions. It is very well kept, suitably located and although the grey grave stones radiate modesty and soberness, the overall picture of the cemetery doesn’t fail to make a respectful impression.

The cemetery is quite easily found. It is situated near the village IJsselsteijn (Venray region). The cemetery is accessible during regular office-hours and ample parking space is available at the entrance. Should one visit the cemetery in search of a specific grave or section, it may be wise to pick up a cemetery lay-out at the information centre that is situated near the entrance path.

The full address is:

Duitse oorlogsbegraafplaats IJsselsteijn
Timmermansweg 75
NL-5813 AM IJsselsteijn - The Netherlands
Telephone: +31 47 854 1262